Uitgelaten, dat moet haast wel het eerste woord zijn dat in ons op komt als we kijken naar deze foto van tien jonge vrouwen zwierend op het Vredenburg op de dag dat Utrecht werd bevrijd. Eindelijk was er een eind gekomen aan vijf jaar bezetting. Het was 7 mei 1945.

Dit jaar is het 75 jaar geleden dat Nederland bevrijd werd. Om de oorlogsjaren ook nu nog een gezicht te geven, startte onder de naam 'de Tweede Wereldoorlog in 100 foto's' een grote landelijke zoektocht naar foto's die een goed beeld van die tijd geven. Ook uit de provincie Utrecht kwamen indrukwekkende foto's.

De geallieerden komen!

Op 7 mei, twee dagen na het afronden van de capitulatiebespreking in Wageningen, trokken de Canadese en Britse troepen over de Biltstraat de stad in. Ze werden verwelkomd door een dolblije menigte.

De nu 84-jarige mevrouw De Breezand woonde er niet ver vandaan. Ze vertelt ons: "Ik was nog jong in de oorlog, ik weet niet zoveel meer, maar het gevoel van het einde van de oorlog kan ik me wel goed herinneren. Vooral dat mijn ouders zo opgewonden waren. Al wel een paar dagen voor de bevrijders op de Biltstraat liepen. Ze wisten niet wánneer, maar wel dát de geallieerden zouden komen."


Een motorrijder van de Brits-Canadese Polar Bears (49th Reconnaissance Regiment) op het Janskerkhof. Achterop zitten de zusjes MC en H Koetsier. Foto: FF van der Werf, collectie Het Utrechts Archief

"Ik weet niet meer zo goed of ik zelf tussen de drukte op de Biltstraat stond", gaat de broze dame verder, "maar mijn oudere broer en vader zeker wel. Mijn broer vond het reuze spannend en interessant en bovendien hadden zijn vrienden gehoord dat de Canadezen sigaretten hadden."

Broeierig

De Canadese en Britse bevrijders hadden niet alleen hun aantrekkingskracht op tienerjongens. Ook veel jonge vrouwen vielen in katzwijm bij het zien van de vaak nog jonge militairen. De vreugde, de ontlading van de oorlogsspanning en de aantrekkelijke bevrijders maakten de sfeer in de stad ronduit broeierig.


Jonge vrouwen op een geallieerde brenguncarrier bij de Stadhuisbrug in Utrecht, 7 mei 1945. Foto: Collectie Het Utrechts Archief

De net terugekeerde Utrechtse burgemeester Gerhard ter Pelkwijk vond dat er een eind moet komen aan al die losbandigheid en schreef in de meidagen van 1945: “De (Canadese) mannen zochten ontspanning en vertier en trachtten met zwarte handel geld te verdienen. Met jeeps en trucks werd wild gereden, er hadden vele ongelukken plaats … Er werd gedanst, geflirt, openlijk gevrijd. Dit laatste gaf aanstoot."


Utrechtse meisjes en geallieerde militairen, vermoedelijk op een dansfeest bij het Veemarktplein op 8 mei 1945. Foto: AG Smit, collectie Het Utrechts Archief 

Om al dat openlijke geflirt in goede banen te leiden kwamen er maatregelen die vrijpartijen in de openbare ruimte moesten terugdringen. Het handhaven bleek moeilijk. Voor de Utrechtse jongelui werd de zomer van '45 er één van vrijheid en feesten.


Burgemeester Ter Pelkwijk op het bordes van het stadhuis, 7 mei 1945. In 1942 hadden de Duitsers hem uit zijn functie gezet en was hij ondergedoken in Doorn. Foto: Collectie Het Utrechts Archief