"Toen ik thuiskwam zag het in de straat zwart van de mensen. Ze kwamen mijn vader halen." Dit is het verhaal dat Hendrikje Gazenbeek, dochter van NSB-ouders, in 2009 aan RTV Utrecht vertelde.

In de oorlog was Hendrikje nog maar een kind en aan de bevrijding - ook haar bevrijding, zegt ze - is voor altijd de angstige ervaring verbonden dat haar vader gevangen werd genomen. Ik kwam vast te staan in het portiek, want mijn ouders deden de deur niet open. Maar ik kon er ook niet meer uit."


Hendrikje Gazenbeek vertelde in 2009 aan RTV Utrecht hoe het was om een kind van een NSB'er te zijn

Zoals veel kinderen van 'foute' ouders wordt Hendrikje na de oorlog door iedereen met de nek aangekeken. "Iedereen dacht het recht te hebben om je te slaan, te treiteren, uit te schelden. Ik mocht vaak niet binnenkomen. Dat heeft veel met me gedaan."

Vooral aan een onderwijzeres op haar lagere school bewaart Hendrikje nare herinneringen. "Als er op 4 mei stille tochten waren dan gingen we daar met de hele klas heen. Dan trok dat wijf me aan mijn oor uit de groep en zei: Jij hoort hier niet bij, wegwezen! Het is me zó ingepeperd dat het mijn schuld was."

Hendrikje leefde jarenlang met het gevoel dat ook zij in de oorlog fout was geweest. En nog steeds praat ze niet makkelijk over het NSB-verleden van haar ouders. "Ik durfde mijn achternaam nooit te zeggen. Onlangs lag ik in het ziekenhuis en deelde ik een kamer met iemand uit Utrecht die mijn naam misschien wel kon herkennen. Nog steeds heb ik moeite om die naam dan te noemen."

RTV Utrecht ging met Hendrikje terug naar de Utrechtse Twijnstraat waar ze opgroeide. Tot dan toe leefde ze naar haar idee veilig in de anonimiteit, maar ze vond het tijd om zich bekend te maken. Bang voor nare reacties was ze niet meer. "Mensen kennen me hoe ik nu ben en iedereen is vriendelijk tegen me. Dat zal toch niet veranderen door iets wat mijn ouders zo lang geleden hebben gedaan?"