Op donderdag 28 juni 1945 klonk een enorme explosie bij Fort 't Hemeltje in Houten. Drie mannen verloren het leven.

In Fort 't Hemeltje lagen kort na de bevrijding wapens en explosieven opgeslagen die door het verzet waren ingeleverd of van de Duitsers waren afgepakt. De wapens werden in het fort ontmanteld door Frans Eijffius en zijn zoon Co. Het ging helemaal mis toen een mijn ontplofte. "Omwonenden hoorden een hevige klap, gevolgd door geknal. Restanten van het gebouw werden een stuk verderop gevonden", zegt Jan van Lamoen, de huidige poortwachter van het fort.

Vader en zoon Eijffius, 51 en 21 jaar oud, waren op slag dood. Ook de 15-jarige Jan Merkestein, zoon van de toenmalige fortwachter, kwam om het leven. "Het verhaal gaat dat hij die dag niet naar school was gegaan vanwege een lekke band", aldus Van Lamoen.

De ontmantelingsbunker werd na het ongeluk vrij snel bedekt met grond. Er is nooit echt onderzoek gedaan naar wat er mis ging die dag. Wel schreef de krant er destijds een stukje over. "Het zal een niet te beantwoorden vraag blijven hoe die explosie is veroorzaakt. Onvoorzichtigheid is haast niet denkbaar, daarvoor verrichten deze mannen hun levensgevaarlijken arbeid veel te serieus", stond daarin.

De drie slachtoffers werden met militaire eer begraven op begraafplaats Tolsteeg in Utrecht. Ze liggen naast leden van de Binnenlandse Strijdkrachten. Op het fort herinneren alleen brokstukken in de omgeving nog aan het ongeval. Volgens Van Lamoen is het belangrijk de zwarte bladzijde in herinnering te houden. "Je zou erover kunnen nadenken om deze mannen op een andere manier te eren. Ze hebben toch wel hun dienst bewezen."