In de Geertekerk in Utrecht zijn de vijftig meest aansprekende regionale foto's rond het thema 75 jaar vrijheid gepresenteerd.

De selectie is gemaakt na een zoektocht in de provincie Utrecht voor het landelijke project De Tweede Wereldoorlog in 100 Foto's. Doel is de verhalen uit de oorlog levend te houden voor nieuwe generaties.

Volgens Erik Somers van het Nederlands Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies (NIOD) is specifiek gekozen voor een beeldproject. "We zochten naar een manier om de geschiedenis van de oorlog op een aansprekende manier onder de aandacht te brengen", zegt hij. "De samenleving is steeds visueler ingesteld en daarom wilden we de verhalen van de oorlog met foto's brengen."

Foto uit eigen omgeving

Bij het selecteren van de indrukwekkendste foto's is bewust gekozen voor inbreng van het publiek. "We wilden niet een tentoonstelling, boek of project laten maken door mensen die daar beroepsmatig mee bezig zijn", zegt Somers. "We wilden juist vernieuwend zijn en de samenleving zelf een selectie van foto’s laten maken. We hebben daarom bewust gekozen voor een provinciale insteek. De geschiedenis komt letterlijk dichterbij als een foto in je eigen omgeving is gemaakt. Als je iets herkent op de foto maakt dat de afstand tot de geschiedenis korter. Men raakt meer betrokken bij de geschiedenis."

René van Eijden poseerde als boerenkind op de resten van zijn afgebrande huis - "Het is nu een goedlopend agrarisch bedrijf. Dat is een overwinning. Maar de echte overwinning is dat we de oorlog overleefd hebben."

Volgens Somers kan de zoektocht naar foto's ons leren beter naar een foto te kijken. "Onze ervaring is dat iedereen een mening heeft over een beeld. Vaak zit er meer achter een foto dan je aanvankelijk denkt. Een foto kan meerdere emoties oproepen bijvoorbeeld. Je stelt vragen aan zo'n beeld. Indirect bereiken we ermee dat mensen kritischer naar beelden gaan kijken. Daarnaast spreken we met dit project een publiek aan dat we normaal niet bereiken."

Boerderij in brand gestoken

Een van de inzendingen komt uit de privécollectie van de inmiddels 92-jarige René van Eijden. De foto is in Leusden gemaakt op 14 mei 1940 tijdens de strijd om de Grebbelinie. Veel huizen werden in brand gestoken, waaronder de boerderij van de familie Van Eijden.


Twee maanden na de Duitse inval poseerde de familie Van Eijden op de restanten van de boerderij in Leusden. Foto: Jacob de Goeij, ingezonden door René van Eijden

René van Eijden, die uiterst rechts op de foto staat, was destijds een jongetje maar herinnert het zich levendig. "We werden geëvacueerd naar het dorpje De Rijp in Noord-Holland. Toen we terugkwamen naar onze boerderij zagen we de ruïne. Er was bijna niks van over. De woning, de schuur, alles was plat", vertelt hij.

Familiefeest

Toch heeft Van Eijden niet alleen slechte herinneringen aan de dag dat hij weer thuiskwam. "We waren daar omdat mijn zusje haar Plechtige Communie heeft gevierd met andere schoolkinderen. Dit was een familiefeest met ooms en tantes. Ze had zelfs een mooi wit jurkje aan, zoals op de foto te zien is. Onze oom Jacob had een fototoestel, zo eentje op drie pootjes en onder een zwart doekje. Hij wilde de foto maken op de plek waar we hem eigenlijk hadden moeten maken. Toen de foto werd gemaakt dwarrelde er ook nog een kip voor. Een van de laatste nog levende dieren."

De familie vond onderdak in een barak totdat de boerderij in 1941 weer kon worden herbouwd. In de laatste week van april 1945 werd de boerderij opnieuw in brand gestoken. Opbouwen ging toen een stuk lastiger.

Tot de laatste kogel

"In 1945 was er geen materiaal meer in Nederland", zegt Van Eijden. "Die laatste weken van april '45, dat was een vreselijke periode. Hitler had zich van kant gemaakt en de SS'ers hebben toen hun woede botgevierd op de Nederlanders. Ze werden nog fanatieker dan ze al waren. Hitler had het bevel 'tot de laatste man, tot de laatste kogel' gegeven. En dat deden ze."

Uiteindelijk is de boerderij voor de tweede keer herbouwd. Hij is nog steeds in de familie. "Het is nu een goedlopend agrarisch bedrijf. Dat is een overwinning. Maar de echte overwinning is dat we de oorlog overleefd hebben", besluit Van Eijden.

Kleine Henny Willems

Een andere inzending kwam van Kees Beelaerts van Blokland. Zijn woning aan de Vecht in Vreeland speelde een belangrijke rol tijdens de mobilisatie in 1939, omdat de vader van de kleine Henny Willems er als officier werd ingekwartierd. De familie Willems kwam uit Amsterdam.

 
De 4-jarige Henny Willems kwam met zijn vader mee naar Vreeland en speelde tijdens de mobilisatie tussen de Nederlandse militairen. Foto: ingezonden door Kees Beelaerts van Blokland

De oorlog liet nog op zich wachten, waardoor de militairen alle tijd van de wereld leken te hebben. "Dit geeft het leven in de oorlogstijd weer, waarbij een jongetje speelt met soldaten die eigenlijk gewoon mens zijn", vertelt Beelaerts over zijn inzending.

Verhaal achter elke foto

Micha Bruinvels is een van de juryleden van het beeldproject. Volgens hem was het niet makkelijk om uit alle foto's er slechts vijftig te selecteren. "We hebben honderden foto's gezien uit archieven, van historische verenigingen, maar ook van het publiek. Mensen denken soms dat ze slechts een simpel kiekje hebben. Maar dat kan juist een interessante foto zijn. In de oorlog is namelijk niets wat het lijkt. Achter elke foto zit een prachtig verhaal en we zijn juist op zoek naar die verhalen. Want wat is oorlog? We kennen oorlog als strijd maar het dagelijks leven gaat ook gewoon door. Het is heel breed", legt Bruinvels uit.

"Er zijn tijdens de oorlog sleutelmomenten voor Utrecht geweest; de mobilisatie, het NSB-hoofdkwartier aan de Maliebaan in Utrecht en Kamp Amersfoort zijn bijvoorbeeld heel bekend. We zijn echt opzoek gegaan naar foto's hiervan", zegt Bruinvels

Verraad van Benschop

Een van de foto's die Bruinvels is bijgebleven, is een foto van het zogenoemde 'verraad van Benschop'. Op de foto's staan onderduikers en de mensen bij wie ze zaten ondergedoken. Eind '44 hebben ze samen een foto gemaakt tijdens Dolle Dinsdag.

 
Onderduikers en hun beschermen poseren triomfantelijk voor een fotograaf, een actie die een aantal van hen fataal zou worden. Foto: Jakob de Jong

"Mensen dachten dat ze bijna bevrijd waren omdat de geallieerden voor de deur stonden. Dus hebben ze met zijn allen een foto gemaakt, een groepsportret. Maar de oorlog was nog niet over en de foto is in handen gekomen van de Duitsers. Veel mensen zijn uiteindelijk alsnog gepakt en vermoord", vertelt Bruinvels.

Ondergedoken bij geliefde

Een andere foto die indruk heeft gemaakt op het jurylid is een foto uit 1942 van Roosje met haar kind Hetty en haar vriend Lou Streep in Zuilen. Streep was Joods en verdween van de een op de andere dag.

 
Lou Streep dook onder in zijn eigen huis in Zuilen. Foto: Piet Bruinsma, ingezonden door Norma Bruinsma

"Deze man heeft ondergedoken gezeten bij zijn geliefde", zegt Bruinvels. "Ze zei tegen iedereen dat haar man ergens anders zat omdat het hier te gevaarlijk voor hem was. Maar al die tijd zat hij in zijn eigen huis. Dat wij dit verhaal hebben leren kennen is zo prachtig." Roosje en Lou zijn na de oorlog met elkaar getrouwd.

Visuele canon

De selectie van vijftig Utrechtse oorlogsfoto's wordt tentoongesteld door het Utrechts Archief en het Rietveld Paviljoen. 25 ervan dingen mee naar een plaats in de 'visuele canon' van de Tweede Wereldoorlog in Nederland, waaronder ook Nederlands-Indië, Suriname en de Nederlandse Antillen. De zoektocht moet uiteindelijk honderd foto's uit het hele land opleveren die samen in beeld brengen hoe de bezetting ruim 75 jaar geleden onze samenleving in de greep hield.


Publiek in de Geertekerk in Utrecht bekijkt de vijftig beelden die voor het project De Tweede Wereldoorlog in 100 foto's zijn geselecteerd. Foto: RTV Utrecht

De Tweede Wereldoorlog in 100 foto's is landelijk een project dat het NIOD uitvoert in opdracht van Platform WO2, met steun van het ministerie van VWS en het vfonds. Aan de regionale voorronde in Utrecht werken onder meer de provincie Utrecht, Landschap Erfgoed Utrecht, het Utrechts Archief en de Universiteit Utrecht mee.