Net als Amsterdam en Den Haag gaat ook Utrecht onderzoeken of Joodse huiseigenaren na de Tweede Wereldoorlog ten onrechte straatbelasting hebben moeten betalen.
In de twee andere steden bleek eerder dat de gemeente ongepaste heffingen had opgelegd aan Joden die een huis bezaten tijdens de oorlog. Ze moesten na 1945 achterstallige straatbelasting betalen, voor de kosten die de gemeente vanaf 1940 maakte voor het onderhoud van de stoep voor het huis.
Sommige huizen van Joden waren in de Tweede Wereldoorlog ingenomen door de Duitse bezetter. Mogelijk heeft de gemeente Utrecht de huizenbezitters ten onrechte een rekening gestuurd.
In 2013 concludeerde Utrecht na onderzoek dat er niets fout is gegaan met de naheffing van erfpacht bij Joden. Maar naar straatbelasting werd destijds niet gekeken. Nu gebeurt dat na aandringen van de Joodse gemeenschap, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en de lokale PvdA-fractie alsnog.
Het onderzoek wordt uitgevoerd door een onafhankelijke onderzoeker en gepromoveerd historicus, in samenwerking met het NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies. Voor de zomer moet het onderzoek klaar zijn.