Een haveloos gezin, een moeder en haar drie kinderen: uitgehongerd, vervuild en ze hebben schurft. In de steek gelaten door de vader, niemand die verder nog naar ze omkeek. De hongerwinter is keihard voor wie geen hulp kan krijgen.

Het is 23 december 1944, bijna Kerstmis. Een inspecteur van de Stichting Volkswoningen treft de schokkende situatie aan in een huisje aan het Houtplein in Utrecht. Aan het Houtplein wonen mensen onder toezicht, probleemgezinnen die het ook zonder de oorlog al moeilijk genoeg hadden.

Spoorwegstaking

Het is een schrijnend beeld dat je niet snel loslaat, ook 75 jaar na de oorlog nog. De situatie van de moeder en haar kinderen was niet uniek. In het westen van het land crepeerde de bevolking.


Hongertocht op de weg van Amersfoort naar Zwolle, januari of februari 1945. Foto: 
F.W. Bonnet, beeldbank NIOD

Omdat de Nederlandse regering in Londen in september een spoorwegstaking had afgekondigd om de bevoorrading van de Duitsers te dwarsbomen, kwam ook de distributie van goederen in Nederland stil te liggen. De nazi's reageerden met een verbod op het vervoeren van voedsel naar het nog bezette deel van ons land. De Duitsers zelf hadden eten, de Nederlanders steeds minder.

Voedseldroppings

Toen het voorjaar eindelijk aanbrak stonden de geallieerden er in het zuiden van Nederland goed voor. Limburg, Noord-Brabant en Zeeland waren bevrijd en de Canadezen rukten steeds verder op naar de randstad. "Toen is het plan bedacht om met voedseldroppings verlichting te brengen aan de mensen die echt niets meer hadden", zegt Bram Goudkuil die onderzoek deed naar die periode.

"Begin mei 1945 werd het Akkoord van Achterveld getekend. Afgesproken werd dat voedseltransporten werden achter de Duitse linies werden toegelaten om de hongerende bevolking te helpen."

Vrachtwagens vol eten

De Nude, een stuk niemandsland onder de rook van Wageningen werd het startpunt van Operatie Faust. Honderden vrachtwagens vol eten reden vanuit daar over de Utrechtse Heuvelrug richting Utrecht.


Operatie Chowhound, voedseldropping door Amerikaanse bommenwerpers terwijl Utrechters vanaf de Leidseveertunnel toekijken. Mei 1945. Foto: Schipper, collectie Het Utrechts Archief

Tegelijk werden Operatie Manna en Operatie Chowhound gelanceerd. Met transporttoestellen werden grote hoeveelheden voedsel gedropt rond de grote steden ten westen van Utrecht. Onder meer bij Renbaan Duindigt in Wassenaar, maar ook bij Utrecht 'regende' het pakketten voedsel die met parachutes uit vliegtuigen werden geduwd.

Voedselpakketten

Het transport van operatie Faust gebeurde met ongeveer tweehonderd Britse en Canadese trucks. De voedselpakketten waren onder andere gevuld met vlees, zout, gecondenseerde melk en biscuit.


Pakket van de voedselhulp, mei 1945. Foto: IJ.A. Haagen, collectie Het Utrechts Archief

Hoewel het op de Utrechtse Heuvelrug nog altijd oorlog was, stonden er toch duizenden mensen langs de route om een glimp van het transport op te vangen. Onder hen was Maarten Wagensveld, die zich de stoet in Amerongen nog goed herinnert.


Langs de route over de Utrechtse Heuvelrug stonden duizenden mensen. Mei 1945. Foto: Collectie Het Utrechts Archief

"We stonden op de Burgwal ter hoogte van de sportvelden", beschrijft Wagensveld. "Daar is nu een rotonde, maar op dat moment was het een doorgaande weg met een tankversperring. Toen we de eerste vrachtwagens zagen aankomen, klonk gejuich. Je zag achterin de vrachtwagens soms soldaten zitten. Die zwaaiden naar ons en op een goed moment zag ik dat één van hen iets uit zijn borstzakje haalde en het publiek in gooide. Het bleek een reep chocolade!"

Enorme smak

Wagensveld stond achter een groep mensen toen de reep in zijn richting werd gegooid. "Ik twijfelde niet en ben over de mensen voor me gedoken. Ik viel met een enorme smak op straat, maar had wel de reep te pakken. Achter me schrok een man zich rot. Hij zei dat ik wel dood had kunnen zijn!"


Operatie Faust op de Wittervrouwenstraat, op de achtergrond de Biltstraat. Utrecht 2 - 7 mei 1945. Foto: Collectie Het Utrechts Archief

Met de buit op zak trok de jonge Maarten een sprint naar huis. De reep deelde hij met zijn moeder. "Het was zo verschrikkelijk lekker! We hadden echt in geen jaren chocola gehad. Het was een feestmaal!"

Sigaretten

Niet alleen chocola werd in het publiek gegooid. Ook zo nu en dan pakjes sigaretten, herinnert Wagensveld zich. "De mannen in het dorp rookten eigen teelt. In de omgeving van Amerongen stonden verschillende tabaksschuren, maar de sigaretten haalden het niet bij die van de Canadezen."


Canadese helm, chocoladerepen en sigaretten. Foto: Oorlogs- en Verzetsmateriaal Groningen, beeldbank NIOD

Op de Utrechtse Heuvelrug was nauwelijks honger, zegt Wagensveld. "Maar we wisten wel dat in Utrecht de situatie heel slecht was. We zagen regelmatig mensen met karren deze kant op komen om aan voedsel te komen. Dat heeft veel indruk gemaakt."

Duizenden levens

Volgens onderzoeker Bram Goudkuil hebben de verschillende voedseldroppings waarschijnlijk duizenden levens gered. "De situatie werd snel beter toen de voedselvoorziening weer op gang kwam. Het had niet langer moeten duren."


Met de komst van de geallieerden kwam de voedselvoorziening weer op gang. Foto: W. de Beer, collectie Het Utrechts Archief

Toch stierven stierven door de maandenlange ontberingen tussen de twintig- en dertigduizend Nederlanders een gruwelijke hongerdood. Onderzoek heeft uitgewezen dat het vooral mensen zonder enig sociaal netwerk waren die de ellende niet overleefden.

Ziekenhuis

Mensen dus zoals de verlaten moeder met haar drie kinderen aan het Houtplein in Utrecht. De inspecteur waarschuwde op 23 december 1944 een arts en liet ze naar het ziekenhuis brengen. Hij schreef in zijn verslag dat de arme vrouw al sinds september niet meer tegen de situatie opgewassen was.

Voor de twee jongste broertjes kwam de hulp te laat. Een dag na het bezoek van de inspecteur stierven ze.