Kerkklokken waren gewild in de Tweede Wereldoorlog. Liefst 80.000 stuks werden omgesmolten voor de oorlogsindustrie, maar in Bunschoten bleven de klokken in de gemeentetoren aan de Dorpsstraat wonder boven wonder gespaard.
Zeker in de gelovige gemeenschap van Bunschoten-Spakenburg hebben kerkklokken altijd een belangrijke functie gehad. Het geluid dat tegenwoordig geproduceerd wordt door met een elektronisch gestuurde hamer tegen de bronzen klok te slaan, wordt sinds jaar en dag gebruikt om inwoners op te roepen voor de kerkdienst. "En ze waren vroeger bedoeld voor noodsituaties", legt Arie ter Beek, directeur van Stichting Centrum voor Erfgoed & Cultuur in Bunschoten, uit. "Als vijandelijke troepen Bunschoten naderden, werden de klokken geluid als teken dat er wat aan de hand was."
Beschermde status
In 1937 zag Monumentenzorg in dat de bronzen klokken in oorlogstijd interessant zouden kunnen zijn, omdat ze makkelijk tot oorlogsmiddelen om te smelten waren. Op initiatief van Monumentenzorg werd in samenwerking met de gemeentebesturen een lijst gemaakt van alle klokken. In maart 1940 was de lijst klaar. Beschermde klokken werden gemarkeerd met de letter 'M', om de monumentale status van de klok aan te geven. Daartoe behoorden sowieso alle klokken van voor 1600 en klokken die door Geert van Wou of de gebroeders Hemony waren gemaakt.
Het verzoek om de klokken met rust te laten hangt er nog altijd. Foto: RTV Utrecht
Beide klokken in de gemeentetoren kwamen voor bescherming in aanmerking. De grote klok stamde uit 1495 en was door Geert van Wou gegoten. De kleine klok kwam uit 1659 en was een Hemony-klok. Maar omdat slechts een gedeelte van de Nederlandse klokken een beschermde status kon krijgen, kreeg alleen de grote klok een M-markering.
Ingelijst
Het verzoek van Monumentenzorg om beide klokken te laten hangen werd in vier talen ingelijst en naast de klokken opgehangen. In het Nederlands staat er:
"De Nederlandsche Regeering heeft een zeer beperkt aantal klokken, als historische gedenkstukken van de grootste betekenis, van vordering vrijgesteld en richt tot de bevelhebbers der militaire macht van andere mogendheden het dringend verzoek deze met een M gemerkte klokken eveneens te sparen."
Limburgse aannemer
Daarmee leek het lot van de kleine klok bepaald. Op 12 maart 1943 haalde de Limburgse NSB'er en aannemer Peter Joseph Meulenberg de kleine klok uit de toren en leek de bronzen bel overgeleverd aan de smeltoven. Tweeënhalf later, in september 1945, meldde de Rijksinspecteur voor de Kunstbescherming echter dat de klok de dans was ontsprongen. Na een protest was de klok vanuit Duitsland naar Groningen gebracht. In februari 1946 kwam hij terug naar Bunschoten-Spakenburg.
Bewijsje waarop de aannemer aangaf dat de bronzen klok op 12 maart 1943 in beslag is genomen. Foto: Stichting Centrum voor Erfgoed & Cultuur Bunschoten
De klok uit de Noorderkerk in het dorp wachtte een ander lot. Uit een mededeling van de provinciaal commissaris in juli 1943 blijkt dat een klok van 45 kilo uit de Lutherse kerk in Amersfoort in de Noorderkerk geplaatst moest worden. Daaruit kun je afleiden dat de oorspronkelijke klok waarschijnlijk in maart samen met de kleine uit de gemeentetoren was verwijderd. Na de oorlog bleek de klok onvindbaar. Waarschijnlijk is hij omgesmolten.
Ploegen van een Limburgs bouwbedrijf haalden tussen oktober 1942 en september 1943 in het hele land klokken weg, zoals hier in Soest. Foto: Museum Oud Soest / Historische Vereniging Soest
Het erfgoed in de gemeentetoren van Bunschoten is gelukkig niet verloren gegaan en vervult nog steeds de functie die in het Latijn op de zijkant van de kleine klok staat: "Ik zal de naam van de Heere loven in gezang en Hem prijzen in lofzang."