Op 10 mei 1940 gebeurt wat veel Nederlanders niet konden geloven. Duitsland valt Nederland, België en Frankrijk binnen en wint de strijd na een hevig bombardement op Rotterdam. Duizenden Nederlandse militairen en burgers worden gedood of raken gewond. De regering en de koninklijke familie wijken uit naar Engeland. Als ook Frankrijk zich in juni overgeeft staat Engeland alleen in de strijd om West-Europa.

In de maanden ervoor had de mobilisatie al grote impact gemaakt op het openbare leven. De gebieden rond de verdedigingslinies waren onder water gezet en in de dorpen rond de linies verbleven meer militairen dan burgers. Vlak voor de Duitse inval waren de huizen zelfs ontruimd, burgers geëvacueerd naar veiliger oorden en boerderijen die in het schootsveld stonden waren afgebroken.

Opmerkelijk genoeg lijkt onder het Duitse bestuur het gewone leven zich in de eerste periode te hervatten, al moeten kranten en de radio zich voortaan aan de regels van de bezettingsmacht houden. De Duitsers zien de Nederlanders als een Germaans broedervolk en hopen hen ideologisch te overtuigen van het nationaal-socialisme. Toch is de stemming in Nederland overwegend anti-Duits met aanvankelijk nog openlijke steun aan het koningshuis in ballingschap.

Voor de 160.000 Joden die in Nederland wonen ziet het er slechter uit. De nazi's voeren al snel maatregelen in om Joodse inwoners af te zonderen. Zo worden in november alle Joodse ambtenaren ontslagen. De overige ambtenaren worden verplicht een Ariërverklaring te ondertekenen.

Overigens is in 1940 nog niet het hele Koninkrijk der Nederlanden bezet. Direct na de Duitse inval gaan Britse troepen naar de Antillen om olieraffinaderijen te beschermen tegen de Duitsers. Een jaar later worden in Suriname Amerikaanse troepen gelegerd, die later ook de Britten op de Antillen zullen aflossen. Nederlands-Indië wordt pas in 1942 veroverd, als de Japanners de kolonie binnenvallen.


Het RTV Utrechtprogramma Als de dag van toen blikt terug op alledaagse en ongewone gebeurtenissen in 1940